Als Elisabeth Vreede op 16 juli 1879 in Den Haag wordt geboren, vangt juist een nieuw Michaëltijdperk aan. Zij groeide op in een theosofisch gezin. Na haar middelbare schooltijd ging zij in Leiden wiskunde, astronomie, filosofie en Sanskriet studeren. In haar studietijd was zij actief maatschappelijk betrokken bij de noden van die tijd. Zij trok zich, met een aantal medestudenten, het lot aan van de vele mensen die in armoede leefden en van kinderen die moesten werken in plaats van naar school te kunnen gaan. In Juli 1903 hoort zij voor het eerst Rudolf Steiner spreken op een congres van de Theosofische Vereniging in Londen. Een jaar later ontmoet zij hem opnieuw tijdens een bijeenkomst in Amsterdam, waar hij spreekt over ‘Mathematik und Okkultismus’. In 1906 voltooid zij haar studie en gaat lesgeven op een meisjes HBS. Zij verhuist naar Berlijn in 1910, waar Rudolf Steiner haar vraagt cursussen astronomie en cultuurgeschiedenis te gaan geven voor leden.
Zij woont daar in hetzelfde pand als hij en neemt de taak op zich zijn gestenografeerde voordrachten om te zetten in getypte teksten.
Samen met haar ouders vestigt zij zich in 1914 in Dornach en gaat meewerken aan de bouw van het eerste Goetheanum. In 1916/1917 is zij terug in Berlijn om te helpen met de zorg voor Engelse krijgsgevangenen. Twee Duitse kinderen neemt zij in haar huis op. Terug in Dornach vestigt zij uit eigen middelen het Goetheanum Archiv, waarin zij al het werk van Rudolf Steiner verzamelt en archiveert. Ook de bouw van de Sterrenwacht is door haar tot stand gekomen. Tien jaar nadat men was begonnen met de bouw van het eerste Goetheanum werd dit, in 1923, door brand verwoest.
Een zeer dramatische gebeurtenis met ingrijpende gevolgen.
Rudolf Steiner vroeg Elisabeth Vreede bestuurslid te worden van het nieuw op te richten eerste Verenigingsbestuur en stelde haar aan als hoofd van de mathematisch-astronomische sectie. Na het heengaan van Rudolf Steiner in 1925, begint zij met het uitgeven van de Rundschreiben. Brieven over antroposofie en astronomie, die na haar dood gebundeld zijn uitgegeven. Twaalf jaren na de verwoesting van het eerste Goetheanum wisten de tegenmachten opnieuw in te grijpen. Vanuit een vertroebeld bewustzijn, stemde in 1935 de ledenvergadering voor het vertrek van Elisabeth Vreede uit het Verenigingsbestuur. Zij was zich er sterk van bewust dat, deze aanval van binnenuit naar de Antroposofie en de Michaëlsimpuls onherstelbare gevolgen zou hebben. Gewetensvol en zich volledig bewust van waar het werkelijk om ging, zette zij haar werk met groot verantwoordelijkheidsbesef voort. Ook al was zij in praktische zin afgesneden van het Archief en van de Sterrenwacht. Nog zeven jaren mocht haar volledige inzet duren.
Tot in 1943 de sterrenwereld haar, na een kort ziekbed, vrij plotseling terug riep.